In de lessen taal leerden we over instructies: teksten die ons vertellen wat we wel of niet mogen of moeten of hoe we iets moeten doen.
De leerlingen mochten hun eigen land verzinnen, hun eigen steden, rivieren, gebergtes benoemen en ook hun eigen koning en koningin een naam geven. Daarna mochten ze het reglement van hun land schrijven. Hierbij moesten ze nadenken over wie, wat, waar, wanneer en hoe. Nadien hebben ze de wetten in de klas voorgesteld aan elkaar, met alles erop en eraan!
Aanschouw hierbij zijne en hare koninklijke hoogheden!
De wet. Is. De wet!